leerjaar 3

periode 1

Voor deze periode zat ik in een groepje met Tycho, Luke en Titus. De opdrachtgevers voor deze periode waren het van Gogh museum en ASML. Ze vroegen ons om een bijzondere en interactieve expositie te maken voor een van van Goghs schilderijen. Daarvoor zijn we als eerst naar het van Gogh museum geweest om 4 schilderijen uit te kiezen die ons aanspraken. Dat waren De aarappeleters, Amandelbloesem, Veld met kraaien en De boomwortel. uiteindelijk kwam na ons M.C.A eruit dat we het veld met kraaien het beste schilderij vonden om mee te werken.
ons idee:   
Ons idee voor de expositie was om het te laten lijken alsof je de expositie in stapt, dit zou de ervaring realistischer moeten maken en het idee om de eenzaamheid en zelfmoordgedachtes die Van gogh ervoer over te brengen. De expositie moet dus lijken alsof je een graanveld inloopt, er is een splitsing een pad naar het schilderij en het andere naar het doodlopende pad. Om je heen is het donker, je hoort kraaien schreeuwen. 

periode 2

Verminderen van het wapenbezit onder jongeren
Voor deze periode zat ik in een groepje met Pepijn, Moene en Nadir. De opdrachtgever voor deze periode is Eureka. Als eerst moesten we onderzoeken waarom jongeren wapens dragen, waar de meeste wapens worden getrokken en gedragen. Onze ideeen wouden we baseren op het preventeren van het wapenbezit en niet een idee dat iemand bijvoorbeeld beschermt op zijn of haar lichaam.
onze ideeen:
Kastjes die aan de bovenleiding van een tram kunnen rijden en met metaaldetectoren precies kunnen scannen of mensen een wapen op zak hebben. Dit zou een groot systeem kunnen worden van honderden kastjes die een duidelijk beeld zou kunnen geven over Amsterdam en het wapengebruik binnen de stad. 

periode 3

Voor deze periode was de opdrachtgever Vervoersregio Amsterdam, we kregen de opdracht om tram haltes te verbeteren voor mensen met een beperking. Wij kozen ervoor om op onderzoek uit te gaan wat de beperkingen zijn op de haltes voor rolstoelgebruikers en blinden. De grootste problemen die we tegen kwamen op de haltes waren dat er een te grote drempel zat tussen de vloer van de tram en de oprijplank. en voor de blinden liep het ribbelpad alleen over de lengte van de halte, je zou dus geen idee hebben waar de ingang van de tram zou moeten zitten.
de oplossingen: 
Voor de oprijplank was de oplossing om een rubberen plaat voor de oprijplank te hangen en als hij dan uitschuift bedekt dat de drempel. 
Voor de blinden hadden we bedacht om de platen waar eerst te ribbelpaden te lagen te vervangen door trilplaten, die werken door simpelweg steeds harder te trillen des te dichter je bij de ingang komt. Hiervoor hebben we een tweede systeem, trams stoppen namelijk niet altijd op dezelfde plek. Daarvoor hebben we het ATB-systeem, dit kan ervoor zorgen dat de trams altijd op dezelfde plek stoppen en de trilplaten dus ook naar de plekken toegaan waar de ingangen zitten.